Magic Truffels

Magic Truffels zijn volledig legaal om te verkopen, omdat ze niet voorkomen op de officiële lijst van gecontroleerde stoffen in de Nederlandse Opiumwet. Dit komt doordat de truffel anders is dan de paddenstoel en daarom niet als illegaal kan worden beschouwd. Dit is bevestigd door de Nederlandse minister van Volksgezondheid in het parlement op 9 februari 2009. Sclerotium Tampenensis, de ondergrondse substraat van de Tampanensis-paddenstoel waaruit de Magic Truffels groeien, is vrij verkrijgbaar in Nederland. Op 1 december 2008 werd de hallucinogene paddenstoel in Nederland strafbaar gesteld door deze op te nemen op de officiële lijsten van gecontroleerde stoffen van de Nederlandse Opiumwet. De Magic Truffel is echter geen paddenstoel en kan dus niet als zodanig worden beschouwd.

Het legaliteitsbeginsel is fundamenteel voor het strafrecht en garandeert dat niets als misdrijf kan worden beschouwd, tenzij het duidelijk verboden is in een wet. De truffel moet daarom worden onderscheiden van de paddenstoel en kan niet illegaal worden gemaakt door een extensieve interpretatie van de wet. Hetzelfde geldt voor de Magic Truffel, aangezien deze wetenschappelijk wordt onderscheiden van de paddenstoel en niet expliciet wordt vermeld op de officiële lijsten van gecontroleerde stoffen van de Nederlandse Opiumwet.

Europees recht

Volgens de handelswetgeving van de EU is een product legaal in alle EU-landen als het legaal is in één EU-land. Onze producten zijn daarom 100% legaal in Nederland en het verbod in andere landen is illegaal, niet onze producten. Er is geen prioriteit voor douanecontrole in EU-landen om te zoeken naar paddo-producten. Bovendien zijn de gezondheidsrisico's van Magic Truffels laag. Bekijk hiervoor onderstaande afbeelding uit een onderzoek uit 2018 van het Johns Hopkins Institute.

Internationaal verdrag

De truffel of Sclerotium Tampenensis valt niet onder enige internationale overeenkomst, zoals de Overeenkomst inzake psychotrope stoffen van 1971. Dit verdrag heeft nooit tot doel gehad controle op te leggen over biologische stoffen waaruit psychotrope stoffen kunnen worden verkregen. Tijdens een conferentie van de Verenigde Naties in 1971 werd besproken dat psychotrope stoffen kunnen worden aangetroffen in een grote verscheidenheid van levende organismen, waaronder paddenstoelen, cactussen, vissen en noten. Elke poging om deze stoffen te beheersen zou kunnen leiden tot het uitsterven en de vernietiging van een onvoorspelbare verscheidenheid van planten en dieren en zou onvoorspelbare gevolgen hebben voor de levensmiddelenwetgeving.

Het standpunt van de International Narcotics Control Board (INCB) is dat planten die psilocine en psilocybine bevatten momenteel niet worden gecontroleerd door de Overeenkomst inzake psychotrope stoffen van 1971. Derhalve staan de preparaten van deze planten niet onder internationale controle en vallen ze onder geen van de artikelen van het Verdrag van 1971. Psilocine en psilocybine vallen weliswaar onder de controle van het Verdrag, maar dit impliceert niet dat de planten die deze stoffen van nature bevatten ook onder de controle van het Verdrag vallen.

Dit standpunt wordt bevestigd in het laatste verslag van de INCB uit 2010. Hoewel sommige actieve stimulerende of hallucinogene bestanddelen in bepaalde planten worden gecontroleerd uit hoofde van het Verdrag van 1971, worden momenteel geen planten gecontroleerd uit hoofde van dat Verdrag of uit hoofde van het Verdrag van 1988. Voorbeelden van dergelijke planten zijn onder meer paddo's (Psilocybe), die psilocybine en psilocine bevatten.

Het bezit van dergelijke planten is niet strafbaar, tenzij een voorafgaande wet zulks bepaalt. Het legaliteitsbeginsel is een fundamenteel mensenrecht dat door internationale verdragen wordt beschermd en door de Lid-Staten van de Verenigde Naties moet worden geëerbiedigd. Dit houdt in dat hallucinogene paddenstoelen legaal zijn, tenzij nationale wetgevers of rechtbanken anders bepalen.